Heilig huwelijk

 

In ons heilig huwelijk ben ik niet de man en jij niet de vrouw,
maar zijn wij de liefde tussen ons beiden.

Dit samenzijn is geen ring die moet laten zien dat we bezet
zijn, geen loze belofte om eeuwige trouw, niet twee zielen die
één worden. Liefde is willen dat de ander gelukkig is.

Noem dit geen verbintenis, liever een eeuwig vinden en
vrijlaten, een pact tussen twee vrienden die dezelfde richting
op willen en elkaar helpen daar te geraken.

We zijn niet samengebracht om elkaars wonden te deppen,
maar om ieders liefdesvlam wakker te houden. Zo zijn we
geen leeg vat van geven en nemen, maar een volle adem
waarin die ondoorbroken lus van diepe liefde leven voelt.

Ja, onze droom beweegt tussen het niets van mij en het
alles van jou. Dus kom, nader mij in het wit, loop zeven maal
om mij heen en schenk me dan de wijn. Giet het wijwater in
de fontein, trap lachend het glas kapot en kus me, want als jij
en ik kussen, zijn wij de kus.

Vul mijn kelk, maar drink zelf van de jouwe. Heb mij
overdag lief als jezelf, maar vergeet mij in de nacht als geen
ander. Deel het innigste en het wildste van je hart, maar
wees geen handelaar en blijf alleen, want alleen de eenling
danst vrijuit op het lichtfestijn en de zuilen van onze tempel
moeten uiteen staan om haar te kunnen dragen.

En als op een dag het hart van de kade niet meer klopt en
de oceaan van onbekende wateren roept, laten we elkaar dan
varen. Want wat je ook kwijtraakt, de liefde vindt jou altijd
wel en gescheiden zijn we nooit geweest.

Heilig huwelijk

In ons heilig huwelijk ben ik niet de man en jij niet de vrouw,
maar zijn wij de liefde tussen ons beiden.

Dit samenzijn is geen ring die moet laten zien dat we bezet
zijn, geen loze belofte om eeuwige trouw, niet twee zielen die
één worden. Liefde is willen dat de ander gelukkig is.

Noem dit geen verbintenis, liever een eeuwig vinden en
vrijlaten, een pact tussen twee vrienden die dezelfde richting
op willen en elkaar helpen daar te geraken.

We zijn niet samengebracht om elkaars wonden te deppen,
maar om ieders liefdesvlam wakker te houden. Zo zijn we
geen leeg vat van geven en nemen, maar een volle adem
waarin die ondoorbroken lus van diepe liefde leven voelt.

Ja, onze droom beweegt tussen het niets van mij en het
alles van jou. Dus kom, nader mij in het wit, loop zeven maal
om mij heen en schenk me dan de wijn. Giet het wijwater in
de fontein, trap lachend het glas kapot en kus me, want als jij
en ik kussen, zijn wij de kus.

Vul mijn kelk, maar drink zelf van de jouwe. Heb mij
overdag lief als jezelf, maar vergeet mij in de nacht als geen
ander. Deel het innigste en het wildste van je hart, maar
wees geen handelaar en blijf alleen, want alleen de eenling
danst vrijuit op het lichtfestijn en de zuilen van onze tempel
moeten uiteen staan om haar te kunnen dragen.

En als op een dag het hart van de kade niet meer klopt en
de oceaan van onbekende wateren roept, laten we elkaar dan
varen. Want wat je ook kwijtraakt, de liefde vindt jou altijd
wel en gescheiden zijn we nooit geweest.

Dit gedicht is gedrukt op ivoorkleurig gampi-papier van 150 gram uit de Filipijnen. Dit handgeschept perkament is vervolgens ingepakt in een flinterdunne bruidssluier van mulberry papier van 90 gram uit Thailand.

Er zijn 28 exemplaren van gedrukt.