Briefadres 2024

15 september 2024

U wilt natuurlijk weten hoe het mij waait!
Wel, staat u mij toe even uit te rusten
in mijn woorden.
Vorig jaar schreef ik u hoe ik mijn nomadenbestaan
heb verheft naar een huis op wielen. Sindsdien
is de wind gaan liggen en waai ik
als
nooit tevoren.

Dit najaar open ik De Gedichtenstroom en de deuren
van mijn gloednieuwe poëziewinkel. Ik leef bij de grenzen van de tijd
en ben drukker dan ooit om mijn enorme woordenstorm
in de wereld te brengen.
Doelen zijn dromen met een datum en ik balanceer
tussen het essentiële en wat er werkelijk toe doet.
Ik duw het asfalt voor me uit
en wissel mijn liefde voor de kunst af
met de kunst van de liefde.

Ik zoef door straatnamen in Nijmegen, Wageningen,
Arnhem en Renkum
voor co-creatie
met ontwerpers, kunstenaars en andere vakidioten.
We gaan uitzonderlijk mooie boeken aan de wereld geven
en dit is zaaien en sterven voor gevorderden.

Leven staat in bloei
en ik maak de tijd voor Dorien.
Doriens tumoren vreten haar op.
Ze is de gastvrouw van al het leven
en we praten over alles en het niets van dit alles.
Van de stilte en haar lievelingsgedicht van mij
maken we haar laatste brief.
De nachten breng ik door aan de stranden van Hargen aan Zee.

Onderweg naar een warm lichaam om even bij te huilen
doe ik een grote loods aan in Heemskerk. Een klein groepje toegewijde
harten wil mijn kunst naar de wereld versturen. Alles wordt
handgemaakt, dus ik wil iedere hand voelen.
En goed voelt het.
Het warme lichaam haal ik niet.
De wind waait me naar de Nieuwkoopse plassen.
Mijn vader struikelt er van de regen in de drup
na zijn tweede openhartoperatie.
Als de avond zich opmaakt voor de nacht
bericht Rolf me duizend euro te willen bijdragen
om De Gedichtenstroom
mogelijk te maken.
Ik maak mijn bank tot bed en huil die nacht
de warmte van een gedragen hart.

Vandaag tref ik mijzelf aan
in het pittoresk Heusden aan den Maas.
Mijn huis krijgt nieuwe banden en ik hou hier
van mijn liefde voor Dick. We delen dezelfde wind
en de leegte waait wat af.
Er is ondeugd
ijsjes
avondeten en aan de rand van de vesting
een vlakke, stille slaapplek
met een P op de klinkers.

Leven kent geen haltes en de stroom is vrij.
De creatiedrang voert me langs Huissen, Oss en Naarden.
Waar ik ook ben, mijn huis staat op het punt van vertrek
en ik slaap voor alle deuren.
Natuurlijk zie ik te veel mensen.

Ach, voor alles is er ruimte
en de wind
grinnikt om zichzelf.
Dit is in mijn leven als digital nomad.
Ik heb gevreeën, gedoucht en gedicht en nu rollen deze bladeren
uit een printer in Nijmegen.
Straks waai ik naar mijn broer voor een knuffel, een krabbel,
goede verhalen en de post. Vanavond slaap ik
op enkele meters van het huis
waar ik als klein kind
groot moest zijn.
Nu heb ik de veiligheid
en de vrijheid die mijn hart
zo zocht.

Wie de dag morgen brengt, weet ik niet.

~ Niels Zwakhals