U wilt vast weten hoe het met mij waait!
Wel, zoals altijd als nooit tevoren.
Vorig jaar schreef ik u van mijn nomadenbestaan.
Hoe ik als de wind leefde van de liefde.
En hoe verheugd ben ik u te kunnen dichten
dat ze nog niet is gaan liggen!
Nog altijd waai ik onaangekondigd
uit iedere hoek, woest, stil, guur en zoet
op en onder de huid
richtingloos alle kanten uit.
Maar waar ik voorheen nog van bed naar bed
leven moest,
heb ik mij nu een huis op wielen gebouwd.
Ik heb nu een werktafel, een bed, een
toilet, een koelkast, een kookstel
een espressomachine, een voordeur en
een
boekenkast.
Voorheen leefde ik van de welkom van anderen,
Nu leef ik van de diesel en de zon op mijn dak.
Nu leef ik van de goedheid van de aarde.
Nu leef ik van alle liefde.
Ik zie nog weinig huisnummers.
Af en toe doe ik een dierbaar hart aan
voor een mooi gesprek
een vrijpartij
of een wasmachine,
en ergens herinner ik me nog de borden van
Groesbeek, Amersfoort, Hargen, Naarden en Nieuwkoop,
maar mijn laatste verblijfplekken waren in het bos
aan de duinen, langs het water, op het grindpad van rijke vrienden
en naast een boerderij.
Nog altijd leef en werk ik als digital nomad.
Alleen nu met nog meer blote voeten, nog meer bedoeling
en nog meer woordenstroom.
De wind is alleen maar toegenomen.
Ach, laat maar waaien. Morgen duurt nog een eeuwigheid.
Nu rollen deze bladeren uit een printer in Nijmegen.
Straks stap ik in mijn huis en rijd ik naar mijn broer
voor een knuffel, een krabbel en
de post.
En daarna zal ik zonder twijfel zijn waar de pen zijn honger stilt.
Want boven alle winden, boven alle harten en boven alle liefde
leef ik de poëzie.
En poëzie is overal.
~ Niels Zwakhals