In alle levensreisverhalen die we mogen waarnemen en ervaren lijkt ieders pad iedere keer weer terug te komen op angst en vertrouwen. We vertellen onszelf en elkaar dat we angst mogen vervangen voor vertrouwen. Dat is maya, een illusionaire werkelijkheid. Angst kennen we inmiddels wel. Ja, we zijn bang voor het verlies van liefde of juist bang voor het krijgen van liefde. In de kern zijn we gewoon bang voor liefde. Nadat we hebben doorzien dat deze angst een beschermingstrucje van ons illusionaire ego is, richten we onze intentie en aandacht nu op vertrouwen. Je bent een nieuw pad ingeslagen. Je gaat je hart volgen en doen waarvoor je op aarde bent. Hart vooruit, helm op en dwars door de angst heen! Wauw, wát een reis! Waar het loslaten van angst al moeilijk zo niet onmogelijk was, lijkt het behouden van vertrouwen zowaar nog zwaarder. Er word je verteld dat dit komt doordat de angst zolang in je systeem heeft gezeten en dat het gewoon tijd, kracht en ervaring nodig heeft om diepgeworteld vertrouwen in dat systeem te krijgen. Om dat te realiseren word je verteld dat je mag vertrouwen op en mag vertrouwen in. Vertrouwen op ‘Vertrouwen op’ is gericht op de toekomst en de buitenwereld en is een vorm van ‘rekenen op’. Op dat het goed komt. Op dat ik ga ontvangen wat ik gevraagd heb. Op dat er voldoende cliënten (euro’s) komen. Zowel de buitenwereld als de toekomst bestaan echter alleen bij de gratie van de mind en in het ego. Het ego is echter niet gebaat bij vertrouwen. Deze vorm van vertrouwen is in wezen nog steeds een verkapte zucht naar erkenning en bevestiging dat jij als mens goed genoeg bent. Vervolgens gebeurt er iets in het leven dat jij als positief of fijn labelt en dan ‘groeit’ jouw vertrouwen: “Zie je wel dat ik goed bezig ben!” Vooropgesteld, er is niets mis mee te zien wat je wilt zien en op een bepaald bewustzijnsniveau lijk je vertrouwen dan ook zeker te kunnen halen uit de resultaten of zelfverzonnen progressie die je boekt. Maar de pest is dat dit soort vertrouwen nog steeds flinterdun is, want het is direct weg als je het resultaat niet bereikt of niet lijkt te bereiken. Vertrouwen in Het lijkt vervolgens alsof het leven je hiermee wilt leren dat je - los van buitenwereld of resultaat - mag ‘vertrouwen in’. In jezelf. In dat je goed genoeg bent. In dat je weet. In dat je het juiste doet. In dat jij ertoe doet. Dit vertrouwen kan heel verwarrend zijn. Want waar haal je jouw vertrouwen dan uit? En waar hang je haar aan op? Je zult zien dat je geneigd bent om ook op dit niveau bevestiging te zoeken in resultaat. Innerlijk resultaat. De rust, zekerheid en stevigheid die je (toenemend) in jezelf ervaart zijn zelfverzonnen bevestigingen van jouw nieuwe ‘daad’ van vertrouwen: “Hé, vertrouwen leidt tot meer vertrouwen! Dit voelt fijn, in ieder geval fijner dan angst. Daar wil ik meer van ervaren.” En zo ontstaat een nieuw patroon van verslaving. Een fijne verslaving, maar nog steeds een verslaving. Vertrouwen lijkt daarom iedere keer weer enorm veel kracht, moed en durf van jou te vragen. Soms lijk je het werkelijk uit je kleine teen te moeten halen. “Waarom? Waarom?” vraag je jezelf dan af, terwijl je huilend naar boven kijkt. Vertrouwen was toch een vorm van liefde? Moet liefde moeilijk gaan? Vraagt liefde werkelijk iets van je? Nee toch zeker? Liefde kent toch geen voorwaardelijkheid? Waarom is vertrouwen dan zo moeilijk? Waarom is vertrouwen dan toch zo moeilijk? Omdat je nog steeds gelooft in de illusie. In de droom die jij voor waar aanneemt. Maar wat is de droom dan? De droom is geen wat, de droom is een wie. Jij bent de droom! Als je wat nauwer oplet zie je namelijk dat vertrouwen komt en gaat. Je kunt er gerust op vertrouwen dat vertrouwen verschijnt en verdwijnt. Vertrouwen is net als al het andere - net als jij - gewoon een verschijnsel in het nu. Het lijden begint als je haar juist vast wilt pakken, als jij vertrouwen wilt hebben. Als je inziet dat niets werkelijk van jou is, valt het issue weg. Wat je niet hebt, kun je ook niet verliezen. Vertrouwen is niet iets dat je kunt hebben. Zolang jij gelooft dat jij vertrouwen hebt, ben je nog steeds gevangen in de droom. Maar vertrouwen is ook geen werkwoord: Het is niet iets dat je kunt doen. Alleen het ego gelooft dat hij de Doener is van het hele spel hier op aarde. Als jij dus gelooft dat jij vertrouwen kunt krijgen of ontwikkelen bevind je je in de wereld van tijd en dualiteit. Je leeft dan op het niveau van het egobewustzijn, waarin het ego telkens zichzelf weer een mooie wortel voorhoudt waar het achteraan kan rennen. Jij hoeft niet te groeien. Jij hoeft niets te leren. Jij hoeft niets te ontwikkelen. Jij hoeft niets te bereiken. Wanneer ben je dat gaat geloven? Er is niets mis met het doorzien van angst, net zo dat er niets mis is met het streven naar en opbouwen van vertrouwen. Als dat is wat er gebeurt, dan is dat wat er gebeurt. Het ene is ook niet beter of slechter dan het andere, het ene heeft het andere gewoon nodig om zichzelf te kunnen ervaren. Maar weet: Het doorzien van de angst en de nieuwe hang naar vertrouwen zijn beiden gedragingen van het ego die plaatsvinden in de droom. En het ego, nogmaals, is niet gebaat bij vertrouwen. Op dat niveau kun je vertrouwen dus niet vinden. Waar ligt vertrouwen dan? Vertrouwen ligt op het diepste niveau, in Liefde en Zijn. Vertrouwen IS. Als je vanuit een hoger (dieper) perspectief oplet zie je dat het leven gewoon haar eigen gang gaat, met of zonder jouw vertrouwen. Alles gaat vanzelf. Jij dus ook. Jij bent de droom. Jij hoeft niet te vertrouwen. Jij hoeft het niet te krijgen. Jij hoeft het niet te hebben. En jij kunt het ook nooit kwijtraken. Jij hebt het simpelweg nooit gehad en jij zult het ook nooit krijgen. Simpelweg omdat er niemand is van wie ook maar iets zou kunnen zijn. Jij bent vrijheid en het leven is een geheel verzorgde droomreis door liefde. En liefde vraagt helemaal niets van je.
0 Reacties
En dan is daar de Liefde
Onverwacht Ongepland Maar zo lang gezocht en nagestreefd De wanhoop nabij Gefrustreerd en verdrietig In pijn van het niet mogen krijgen Van het geloven haar niet waard te zijn Van het vergeten hoe ze was Hoe ze voelde Wie ik ben En ineens dendert ze binnen Als een golf die je overmand Overspoeld Met tranen Van herkenning En herinnering Van mijn ware aard Liefde Zo vlug ze kwam Zo vlug ging ze Verward blijf ik weer achter Wie is toch die energie Die nooit ging En ook nooit kwam? Met een vol hart Ben ik weer zacht Tot de pijn van het ongrijpbare Mij weer komt halen En ik weer wacht Leef Tot zo’n moment dat misschien Nooit meer komt Ooit Weer komt Onverwacht Ongepland In overgave. Kijk eens naar je hart.
Sluit je ogen en kijk met je innerlijke oog naar je hart. Visualiseer je hart. Waar in jouw borstkas ligt je hart? In het midden of wat naar links? Is het een groot hart of juist een klein hartje? Wisselt hij van grootte? Ligt hij verscholen of is hij zichtbaar? Kijk eens naar je hart. Welke vorm heeft jouw hart? Hartvormig of juist iets anders? En welke kleur of kleuren heeft het? Rood, roze, wit, groen, iets anders? Kijk eens naar je hart. Hoe ziet hij eruit? Is hij dof, bang, beschadigd, verdrietig of juist krachtig, open, stralend? Misschien wel een combinatie van die woorden? Zou je je hart als mannelijk of juist als vrouwelijk omschrijven? Hoe klopt je hart? Hard of zacht? Straf ritmisch of juist ontspannen? Verandert dat naarmate je langer naar hem kijkt? Wat wil je hart? Beschermd worden of juist openstaan? Geven of ontvangen? Of gewoon even alleen maar 'hart zijn'? Blijf zo een tijdje naar je hart kijken. Hoe zou het zijn om uit dat hart te leven? Wat zal het jou brengen? Wat zal het anderen brengen? Kijk net zo vaak en net zo lang naar je hart, totdat je ook naar het hart van de ander kunt kijken, totdat je de ander durft toe te laten ook naar jouw hart te mogen kijken. Het zal jouw bestaan en jullie samenzijn zo verrijken. Op het moment dat jij via jouw moeder op aarde landt wordt je in de hemel geboren als liefde. Je bent verbonden met alles dat leeft. Er is enkel paradijselijke eenheid, waar jij onderdeel van bent, zoals het golfje zowel onderdeel is van de zee als de zee zelf. Deze staat van gelukzaligheid blijft bestaan, tot het moment dat je net als Eva van de appel eet. De parabel van Adam en Eva, die door het eten van de appel door God uit het paradijs worden verdreven, is het verhaal van het ontstaan van jouw zelfbewustzijn. Het zelfbewustzijn is het idee dat jij een uniek, afgescheiden individu bent dat binnen de paradijselijke eenheid, maar wel los van daarvan, eigen keuzes kan maken. De hap van de appel, het IK-idee, zorgt voor dualiteit, keuzevrijheid, doel en richting en helpt je overleven in een omgeving vol mensen die ook van de appel hebben gegeten. Iedereen eet van de appel, alleen het moment is voor iedereen anders. Sommigen eten de appel het moment dat ze hun hoofd laten zien aan de aarde, anderen vaak na een voor hen traumatische gebeurtenis. En inderdaad, het op aarde landen (of wat daarvoor gebeurt) kan die traumatische gebeurtenis zijn. Het leven met het IK-idee maakt het leven vaak ingewikkeld en verdeeld. Ingewikkeld omdat keuzevrijheid, de mogelijkheid tot kiezen, haaks kan staan op de natuurlijke flow van het paradijs. Verdeeld omdat het IK-je zich losmaakt van verbonden eenheid. Het golfje gelooft dat het zelf bepaalt waar het heen drijft en raakt daarmee zee kwijt. Ergens in jouw leven wordt je je - bewust of onbewust - bewust van deze verliespijn door het eten van de appel. Het pad der bewustwording wordt ingezet. Het ‘zoeken’ begint. Je zoekt naar richting, purpose, erkenning, antwoorden, houvast of jezelf. In de kern zoek je naar liefde. En naargelang je je meer en meer bewust wordt van de pijn zal de zoektocht intenser worden. De zoektocht begint altijd bij de oorsprong. Vanuit die oorsprong loop je naar A. Als je het bij A niet kunt vinden, wandel je terug naar de oorsprong en loop je naar B. Als je het ook bij B niet kunt vinden, keer je terug naar de oorsprong en ga je naar C. Zo dool je, steeds wanhopiger, het hele labyrint van het alfabet af, tot je na Z weer bij A terecht komt en je met de realiteit geconfronteerd wordt dat het nergens te vinden is wat je zoekt. Dat moment kan uit het niets ontstaan, na een lange uitputtende zoektocht of wanneer je in aanraking komt met iemand die zijn zoektocht al heeft afgerond en Zelfrealisatie heeft bereikt. In dat moment kom je komt erachter dat je helemaal niet op zoek was: Je was op de vlucht! Je was bang om te vinden. Ergens gaandeweg jouw reis door het alfabet heb je al (her)ontdekt dat je het allang hebt, altijd hebt gehad en ook altijd zal hebben. Maar het zoeken werd een deel van je identiteit, jouw enige reden die je staande en in leven houdt in je wereld. Wat blijft er van je over als je eenmaal vindt wat je zoekt? Als jouw reden van bestaan wegvalt? Als je niet meer hoeft te zoeken? Dan blijft er maar één ding over: dat je moet ZIJN wie je werkelijk bent. Dáár ontmoet je je ware angst: Je bent bang om te vinden waar je je hele leven naar zoekt. Je bent bang om te krijgen waar je naar verlangt. Die paradox verscheurt je: Je bent bang voor liefde. Het golfje is bang voor de zee. Je bent bang dat je haar helemaal niet aan kan. En je gelooft dat jij niet waardig bent om Liefde te ontvangen. Jij kent alleen de liefde van je ouders, en je hebt (jezelf) geleerd dat die niet altijd onvoorwaardelijk was. Dat je niet altijd goed genoeg was. Maar Liefde is onvoorwaardelijk. Wie je bent en wat je ook doet, Liefde houdt van je. En Liefde is ook overal. Het is zo nabij, dat je het gewoon over het hoofd zag. Daarom vond je ook niets: omdat jij maar het alfabet bleef afrennen kon Liefde jou niet te vinden. Liefde dat altijd al geduldig en oordeelloos op jou aan het wachten was. In de oorsprong. Dáár, in de oorsprong, ben je thuis en besef je dat je al die tijd al in de hemel van paradijselijke eenheid als liefde leefde. Jij bent Liefde in vleesgeworden persoon. Via jou ervaart Liefde zichzelf en via Liefde ervaar jij jouw Zelf. Zodra wordt doorzien dat het eten van de appel slechts een parabel is en geen werkelijkheid, wordt het golfje weer gewoon golfje en zee en ontmoeten Liefde en Liefde elkaar in de paradijselijke eenheid van jouw hart. Het eten van de appel is het grootste geschenk dat je jezelf hebt gegeven. Want alleen door het kwijtraken heb je weer kunnen vinden. Dit artikel is op 4 december 2015 geplaatst in het Nieuwetijdskind Magazine: http://www.nieuwetijdskind.com/zoektocht-naar-liefde/
Ook jij bent het waard om Gods liefde te ontvangen. Gods liefde is overal. God heeft niets met godsdienst te maken. God is geen aparte entiteit ergens bovenin de wolken. Alles in de buitenwereld is niets meer dan een spiegeling van jouw binnenwereld. Nee, God is bewustzijn. En nee, God is dus niet dáár. God is hier. En dat is zo dichtbij, zo nabij, dat het over het hoofd wordt gezien. Op de momenten dat je het ontvangt schrik je, omdat je gelooft dat jij niet waardig bent om deze liefde te ontvangen. Jij kent alleen de liefde van jouw ouders, en je hebt jezelf geleerd dat die niet altijd onvoorwaardelijk was. Dat je niet altijd goed genoeg was. Daardoor heb je je afgesloten. Maar Gods liefde is onvoorwaardelijk. Wie je bent en wat je ook doet, God houdt van je. Als je Zijn liefde ontvangt ben je verheugd en tegelijkertijd direct bang om het kwijt te raken. Je klampt je vast aan Gods liefde en waar je je aan vastklampt raak je kwijt. Je wordt boos en verdrietig, maar Gods liefde is nooit weg. Hij houdt van je, ook als je boos en verdrietig bent. Boosheid en verdriet zijn liefdevolle, goddelijke emoties die nodig zijn om haar tegenstellingen ook te kunnen ervaren. En je zult het kwijtraken, want het kwijtraken is een geschenk, omdat je alleen door het kwijtraken.. weer kan vinden. Maar het gaat om geloof en ongeloof. Niet het geloof in een of andere vent in de hemel. Nee, het geloof dat jij waardig genoeg bent om Gods oneindige liefde te ontvangen en te dragen. En dat ben je. Wanneer ben jij gaan geloven dat je dat niet bent? Er is geen afgescheidenheid tussen jou en God. Er is geen dualiteit. Dat lijkt wel zo, omdat je in de dualiteit het leven op aarde kunt beleven. Maar in werkelijkheid zijn Jij en God gelijk. Jij ben God in vleesgeworden persoon. Via jou ervaart Hij zichzelf en via Hem ervaar jij jouw Zelf. Zodra de stormen in het hoofd gaan liggen en de ik-gedachte verdwijnt ontmoeten God en God elkaar in eenheid. Maar je bent bang om gekwetst of verlaten te worden en daardoor scherm je jezelf af en laat je de liefde niet toe. De liefde die jij in overvloed mag ervaren, omdat jij Liefde bent! Dát besef is ongeloof. Omdat het ongelooflijk is. Zo oneindig weids, prachtig, vrij en kleurrijk. Mijn ziel, de kamer waar God huist, duwt mijn ware stem in mijn vingers en ik schrijf:
Ik zal naar jou kijken als het bewustzijn dat het waard is de liefde te ervaren die ze al is. Ik zal naar jou kijken in het weten dat jij dezelfde liefde bent als ik ben. Ik zal je helpen je te bevrijden van het idee dat er iets bij moet om liefde te kunnen ontvangen. Je kunt bij mij niets halen, behalve het inzicht dat je het al bent. Ik zal naar je kijken alsof jij de Christus is vleesgeworden persoon bent. Want in de kern bén je dat ook. Ook Jezus was maar een metafoor in de buitenwereld, om jou te helpen her-inneren: Jij bent liefde op zoek naar zichzelf. Met al haar facetten in pracht en praal. En dat mag je ervaren in het wonder van het leven, een human story love. Ik zal je met mijn aanwezigheid optillen naar andere, hogere dimensies, vrij van de problemen die je voor waar aan neemt. Ik maak je bang, omdat je bang bent voor de genade. Ik maak je bang, omdat ik je goed genoeg vindt in al jouw geploeter, gezoek en geprojecteer. Ik hou van je, met heel mijn hart, omdat ik van mij houd, met heel mijn hart. Er is geen verschil tussen jou en mij. Wij zijn beiden hetzelfde bewustzijn in beweging. De onzichtbare, ongrijpbare, allesbepalende Liefde gemanifesteerd in jouw lichaam, de tempel van jouw Ziel. Toon jouw ziel en ik smelt. Zie mijn ziel en open mee. Open mee in de Ware Ziel, daar waar we allen wonen. Laten we samen reizen en een ode brengen aan de liefde. Geef mij je angst. Ik geef je er niets voor terug. Ervaar het wonder. Wees het wonder. In korte tijd ben ik bij twee begrafenissen aanwezig geweest. Dat hoort bij ouder worden; generaties schuiven op en geboorte en dood zijn nu eenmaal onderdeel van de droom die wij 'leven' noemen. Love must die. Ik ben geen held op dit soort bijeenkomsten, ook niet als het om mensen gaat die buiten mijn binnenste kring stonden; personen en gebeurtenissen uit de buitenwereld worden toch in de binnenwereld ervaren. Ik vind begrafenissen verdrietig, intens en mooi. Ik geniet op een bepaalde manier van de muziek, de liefde, de tranen, de moed, de maskers die voor even af mogen, de woorden, de ongemakkelijke grapjes, de innerlijke reizen en de oneindige opslagruimte van het hart. De diepe emoties van de waarheid des levens worden in een paar uur feilloos aan de oppervlakte gebracht. Het blijft bijzonder dat we ons in ons leven veelal bezighouden met wat we (nog) willen bereiken, terwijl het enige wat aan het eind telkens weer werkelijk van belang blijkt is Wie we waren. Het illusionaire zoeken tussen 'doen' en 'zijn' wordt keihard doorzien op dagen als deze. We staan stil en lachen om de bijzondere, speciale momenten die in ons hart staan gegraveerd. En we huilen. Ik vraag me af waarom we eigenlijk huilen. Is het het gemis en verlies van iets (iemand) die zo lang en zo kort een stukje van jou was? Is het schuld of verdriet dat we nog zoveel hadden willen zeggen of geven? De angst van ons ego dat wij ook een keer eindigen en we niet weten hoe en wanneer? De zwaarte van het besef dat we niet meer kunnen leunen op en het steeds een stukje meer alleen moeten doen? De rauwe rouw die de bodem van onze ziel raakt en zo'n pijn doet dat de tranen ons willen verlaten? Is het medeleven met de nabestaanden? Is het projectie van je eigen verdriet die er nu even ongegeneerd uit mag? Of is het misschien het weten dat we de ander niet meer kunnen horen, voelen en zien? De ander leeft voort in ons hart en onze gedachten. Maar dat was ook al 'slechts' zo toen hij of zij nog wel fysiek nabij was. Sluit je ogen en de ander is er. Ik huil omdat ik graag huil, terugdenk aan de andere gestorvenen en ook omdat ik bang ben om mijn dierbaren in dit leven niet meer te kunnen aanraken. Ik besef me op dit soort momenten dat ik nooit genoeg zal liefhebben, vergeven of delen, simpelweg omdat ik - ten opzichte van wie ik werkelijk ben - nog beperkt ben in lichaam en tijd. Maar ik huil ook uit iets van wat lijkt op nieuwsgierigheid. Hoe zal het leven zijn na de fysieke dood van het lichaam? Hoe rustig zal het zijn zonder de begrenzing en beperking van ruimte en tijd? En waar in het universum zal ik zijn? Zal er überhaupt verschil zijn? Wat zal ik me her-inneren en wie of wat ga ik straks zijn? Ik ben benieuwd waar de ander nu is en hoe licht licht is. Ik glimlach.
Ja, begrafenissen staan bol van momenten van jezelf verliezen en jezelf herpakken. In die zin is een begrafenis niets anders dan het leven zelf. Het kleine is het grote. Ook dat zie je letterlijk terug in deze paar uurtjes: iedereen krijgt op een of andere manier de begrafenis zoals hij of zij zelf was. Rustig, luidruchtig, stijf, warm, zakelijk, sober, vrij of stil. Het is allemaal oké en een waardig uiten van een dappere ode aan het leven. Na afloop is er bezinning, vieze koffie, droge cake en de gebruikelijke lange stoet van het condoleren. Ik vraag me af waarom dit altijd op deze manier gaat? Waarom niet met cola, patat en een grote, korte, intense familieknuffelkring waarin alle opgebouwde spanning en liefde samengeperst en helend overgegeven worden aan zij die het het meest nodig hebben? Alles kent een einde. We gaan allen alleen en samen naar huis, eten gemakkelijk, geven onze dierbaren 's avonds een extra grote knuffel of liefdevolle gedachte en nemen ons wederom voor om meer te genieten van het samenzijn. We kijken terug naar een waardige dag en bidden voor diegene die het het zwaarste hebben. We gaan naar bed en vlak voordat de slaap ons komt halen horen we een zacht stemmetje in de bodem van ons hart: Liefde, dankjewel dat jij er was! Kwetsbaar is wat we zijn. Kwetsbaarheid is onze ware aard. De waarheid is dat je op dit moment, bij het lezen van deze letters, overvallen kunt worden door een hartaanval of door het bericht in je telefoon dat jouw dierbare door een dwaas aangereden is. Pats! Als een zandkorrel kan je rücksichtslos weggevaagd worden van de aarde. We weten niet wanneer het onze tijd is. We kunnen ieder moment ‘gehaald’ worden. Ons leven hier kan nog dertig jaar duren, maar ook nog dertig seconden. De lijn tussen bestaan en verdwijnen is flinterdun. We zijn zo kwetsbaar. Die kwetsbaarheid ervaren we ook in ons leven: Of we nu willen of niet, we kunnen ieder moment uit het niets geraakt, verliefd, veroordeeld, verlaten of afgewezen worden. Door onszelf en in de spiegel van anderen. En de kwetsbaarheid uit zich in ons niet-weten. We weten niet wie we zijn, wat er gebeurt of waarom het gebeurt. We weten niet wat we aan het doen zijn (inderdaad, we rommelen maar wat aan met z'n allen), of waar we naartoe gaan. We horen, lezen en verzinnen verhaaltjes om dat wat gebeurt te kunnen verklaren, en ons een gevoel van veiligheid te geven, maar in werkelijkheid hebben we geen idee. Over niets. En zelfs dat weten we niet zeker! Het is ook wat! Zo ‘alleen’ in een oneindig universum op die grote en kleine planeet aarde met al haar energieën, krachten, machten, wetten en zichtbare en onzichtbare wezens die aanwezig en van invloed zijn op wat gebeurt in ons en (dus) om ons heen. Dat jij je daarin staande houdt, dat jij simpelweg bestaat en stappen zet, maakt jou al zo dapper. En kwetsbaar dus. En onze ware aard, totale kwetsbaarheid, aan de buitenwereld laten zien is eng. Niemand wil liefde verliezen. Om die kwetsbaarheid te verhullen en om ons te beschermen tegen die kwetsbaarheid bouwen we zogeheten 'laagjes' op; mechanismen om te krijgen wat we willen of te vermijden wat we niet willen. Ons ego verzint allerlei ingenieuze trucjes om jou en zichzelf te beschermen. Dat is lief, maar heeft wel tot gevolg dat we gaan tarten aan de dualiteit van ons mens-zijn: het ene willen we wel, maar het andere - dat er ook is - niet. Zodra we aan de natuurwetten van polariteit gaan tornen gaat het echter ‘mis’: We dwalen af van onze ware aard, raken uit balans of worden ziek. We ervaren het leven in stress en lijden en worden bewoond door gevoelens van schuld, schaamte, trots en jaloezie. Sommigen van ons zijn - of komen - dieper in contact met hun gevoel en worden zich bewust van de meest weggestopte oerpijn van onze samenleving, de pijn van afgescheidenheid. Wat je daarvan concreet terugziet is dat we niet werkelijk contact durven te maken, niet onbevangen durven te leven en niet vrij liefde durven geven, liefde durven ontvangen, liefde durven creëren, liefde durven bedrijven en liefde durven ZIJN. De constante innerlijke strijd die dan ervaren wordt is liefde die vrij wil zijn, maar door het stemmetje in je hoofd uit zelfverzonnen veiligheidsoverwegingen in toom gehouden wordt. Die strijd, en de pijn die ervaren wordt in die strijd, wordt volgehouden tot het punt dat we de verhulling zat zijn. Tot we het spuug- en spuugzat zijn! De arm kan en wil het masker dan gewoon niet meer omhoog houden. Dát moment opent de deur naar spiritualiteit. Wanneer we diep vanuit ons hart vragen, worden we altijd gehoord en verrijkt met bevrijdende inzichten. Zodra wordt ingezien dat we geen individueel IK-je zijn, maar een manifestatie van bewustzijn waarin de dualiteit verschijnt en verdwijnt, valt beetje bij beetje de noodzaak tot tegenhouden en afscheiden weg. We gaan ons op weg terug naar huis ontdoen van de vele laagjes ‘bescherming’. Spirituele ontwikkeling is in de kern dan ook je iedere keer weer ontdoen van illusies en laagjes angst, zodat je meer en meer weer de liefde wordt die je al bent. We gaan in dit proces allemaal ons eigen, unieke pad. Het is een mooi, intens en ontzettend waardevol proces, dat uiteindelijk eindigt in de genade, in de totale overgave aan het leven. Want dat is ook het enige dat we kunnen: ons overgeven aan de dualiteit, aan ons niet-weten en aan De Onzichtbare Hand die ons van ervaring tot ervaring door het leven duwt tot aan het moment dat je gehaald wordt. Ja, we weten niet wanneer ons einde niet. Ja, we kunnen ieder moment uit het niet geraakt, verliefd, veroordeeld, verlaten of afgewezen worden. En ja, we weten het niet. Dát is de waarheid! Dus, of je nu man, vrouw, puber, oma, hoogsensitief, schoonmaker, spiritueel goeroe, bankdirecteur, moeder, verslaafd, of - net als iedereen - gewoon ‘anders’ bent, uiteindelijk zit er niets anders op dan je ieder moment te openen als liefde, te zijn wie je werkelijk bent en te leven in totale kwetsbaarheid. Eigenlijk heb je geen andere keus. Deze blog is op 26 september 2015 geplaatst in het Online Magazine Nieuwetijdskind
http://www.nieuwetijdskind.com/kwetsbaarheid-is-enige-keus/ Hallo jij, ik ben jouw ego. Ik besta eigenlijk niet, maar ik ben - toen jij nog heel klein was - door anderen in jouw systeem gezet. Zoveel macht heb ik. Het is best handig dat ik er ben, want zonder mij zou je niet kunnen functioneren in de maatschappij. Maar ik ben ook bang om doorzien te worden. Als dat gebeurt, verdwijn ik. En dat wil ik absoluut niet, dus haal ik voortdurend trucjes met jou uit om mijzelf in stand te houden. Ik ben een kei in overleven! Daarvoor heb ik het denken bedacht. Ik zorg ervoor dat jij altijd in de toekomst of het verleden bent. Daarmee creëer ik onder meer verwachtingen, trots, schuld, schaamte, angst, moeten, piekeren en stress, waardoor je nóg meer in je hoofd gaat zitten. En ik ben veel geniepiger dan je beseft. Ook heb ik jou doen geloven dat jij mij bent. Jij gelooft nu dat jij een afgescheiden IK bent die samen met miljarden anderen IK'en op deze aarde iets moet bereiken ofzo. Ik heb je doen vergeten wie je werkelijk bent. Ik verbleek bij die werkelijkheid. En ik zie je heus wel naar mindfulness of meditatie klasjes gaan, maar zoals je merkt geef ik niet gemakkelijk op. Nu zie ik dat je deze website hebt bezocht en ik besef me dat jij ergens al weet dat je veel meer bent dan (een) ik. Ik word al een beetje zwakker. Je moet me alleen beloven nooit naar het hier en nu te gaan. Daar verdwijn ik. In het hier en nu is er alleen maar ervaren, voelen en zijn. Dat wil jij het liefst, maar ik natuurlijk niet. En ik zal me hand en tand verzetten om mijzelf staande te houden! Al weet ik dat ik nooit gelukkig zal zijn of jou gelukkig kan maken, ik moet en zal blijven! Mocht je toch besluiten om uit liefde en (dus) in het hier en nu te gaan zijn, wees dan een beetje lief voor me. Ik bedoel het niet slecht en wil mij alleen maar beshermen. Ik weet dat jij het niet bent, maar ik wel: ik ben zo bang om te verdwijnen. Liefs, Ego We worden geboren als onschuldig wezen. We zijn zo hulpeloos en volledig afhankelijk van anderen die voor ons moeten zorgen. Maar wat zijn we mooi en puur, zo zonder taal en vol emoties. Anderen vinden ons ook zo bijzonder. Voor hen zijn we een wonder. Ze moeten om ons lachen en ze worden geraakt door onze tederheid en eenvoud. Ja, natuurlijk zijn we pittig voor ze: We confronteren ze immers met hun ware aard, die ze zijn vergeten. Maar we zijn zo onschuldig, want we kunnen er niets aan doen dat we doen wat we doen, dat we zijn zoals we zijn. Maar ergens in de loop der tijd verliezen we vreemd genoeg onze onschuld. We zijn steeds vaker niet meer dat wonder dat we waren, we zijn niet altijd meer bijzonder, grappig, teder en pure eenvoud. We worden aangesproken op onze verantwoordelijkheid. We weten niet wat het is, maar iedereen gelooft het, dus dan zal het wel waar zijn. We moeten steeds vaker goed opletten, luisteren en de juiste keuzes maken. Want opeens zijn we oud genoeg en groot genoeg. Wanneer verliezen we onze onschuld? Wie verzint dat we niet meer het onschuldige wezen zijn dat we zijn bij onze geboorte? En waarom gelooft iedereen dat? Waarom ziet niemand meer dat verantwoordelijkheid een illusie is? Ons hart huilt, want we willen zo graag onschuldig blijven. De vrijheid en onschuldige liefde zijn die we zijn. We zijn nog steeds dat onschuldige wezen, maar dan in een volwassen lijf. Mogen we zijn wie we werkelijk zijn? Mag dat alsjeblieft? Willen jullie ons alsjeblieft blijven zien als de onschuld die jullie zelf ook zijn? Zodat we weer gewoon kunnen spelen en vrijuit kunnen creëren en samen kunnen ontdekken hoe wonderlijk we zijn en hoe mooi het leven is. Alsjeblieft? Onze harten willen het zo graag. Zoveel liefs, iedereen Het leven is een film, waarin jij zowel de hoofdrolspeler als de toeschouwer bent.
Op het scherm speelt zich de film van jouw leven af. Op de eerste rij zitten jouw gedachtes, die voortdurend commentaar geven op dat wat zich gewoon afspeelt in de film. Op de tweede rij zit de zwijgzame, oordeelloze toeschouwer, die de film én het continue commentaar daarover glimlachend aanschouwt. Op de achtereenvolgende rijen daarachter zit de steeds ruimer bewuste getuige, die uiteindelijk in de achterste stoel tot in het oneindige is uitgezoomd van het scherm. Het is dáár waar je verdwijnt, je je ware hart ontmoet en weer weet: Er is alleen maar Zijn en alles is Liefde. |
Archives
April 2016
Categorieën
Alles
|