Op enig moment in oneindigheid kroop een rups langzaam over het muffe zand van een grauw en donker bos. De rups was onderweg. Vooruit naar weer een nieuwe onbekende bestemming. De rups zuchtte eens diep toen hij zichzelf al etende weer eens vooruit zag slepen. Uit het niets verscheen daar ineens een wonderschone vlinder. En samen met de vlinder verscheen een straaltje zonnelicht. De rups vond de vlinder het mooiste wat hij ooit had gezien. Zo vrij, zo licht en zo kleurrijk, maar ook beangstigend ondefinieerbaar en toch zo vertrouwd. “Kan ik ook een vlinder worden?” vroeg de rups aan de vlinder, die stil in de lucht zweefde. “Jazeker,” zei de vlinder rustig, “het enige dat je daarvoor hoeft te doen is doodgaan.” “Maar dat wil ik helemaal niet!” zei de rups bang. “Jij weet helemaal niet wat je wilt,” antwoordde de vlinder vriendelijk. “Hoe weet hij dat?” vroeg de rups zich geschrokken en verward af. “En waarom herken ik mij zo in de vlinder?” Na enige tijd raapte de rups de moed bij elkaar en hij vroeg aarzelend aan de vlinder: “Stel nu dat ik dat misschien wél wil.. wat moet ik daarvoor doen dan?” “Daar hoef jij helemaal niet voor te doen,” zei de vlinder liefdevol. “Als het de bedoeling is, zal het gebeuren. Maar aangezien wij nu met elkaar in gesprek zijn, zal het misschien wel eens de bedoeling kunnen zijn, denk je ook niet?” Nadat de vlinder weer was verdwenen, en met hem ook het straaltje zonnelicht, was de rups een hele tijd stil. Hij kon niet goed plaatsen wat nu zojuist gebeurd was, maar hij voelde zich.. anders. “Voel ik dit nu echt?” vroeg de vlinder zich verbaasd en toch ook verheugd af. Maar het was waar. De rups voelde vlinders in zijn buik. Als vanzelf kwam de rups toch weer gewoon in beweging, op weg naar zijn onbekende bedoeling. De verwarring nam toe. “Moet ik nu toch wel of juist niet iets doen? En zei de vlinder nu ‘niet’ of ‘niets’?” vroeg de rups zich knarsend af. Hij ging op onderzoek uit. Gaandeweg zijn reis vergaarde hij steeds meer voedsel en hij werd groter en groter en zwaarder en zwaarder. En hij groeit zo snel dat zijn lijf het niet meer kan bijbenen en keer op keer een laag huid moet achterlaten om te kunnen blijven leven. De rups verliest zijn huid zo vaak als nodig is tot het punt dat de rups alles verloren heeft. Hij verstopt zich diep verborgen in een harde cocon, waarbinnen zich processen afspelen die voor het blote oog niet zichtbaar zijn. Zijn wereld wordt nauwer en nauwer en enger en enger. Hij lijkt volledig uit zijn voegen te barsten. De rups huilt en huilt en ziet zijn einde naderen. Het is zo benauwd en donker in de cocon dat de rups niets liever wilt dan.. En op het moment dat de rups dacht dat zijn leven voorbij was, werd hij een vlinder. Dit artikel is 29 maart 2016 geplaatst op het Platform voor Bewust-Zijn: http://bewustzijn.community/spiritualiteit/toen-rups-vlinder-ontmoette/
0 Reacties
In alle levensreisverhalen die we mogen waarnemen en ervaren lijkt ieders pad iedere keer weer terug te komen op angst en vertrouwen. We vertellen onszelf en elkaar dat we angst mogen vervangen voor vertrouwen. Dat is maya, een illusionaire werkelijkheid. Angst kennen we inmiddels wel. Ja, we zijn bang voor het verlies van liefde of juist bang voor het krijgen van liefde. In de kern zijn we gewoon bang voor liefde. Nadat we hebben doorzien dat deze angst een beschermingstrucje van ons illusionaire ego is, richten we onze intentie en aandacht nu op vertrouwen. Je bent een nieuw pad ingeslagen. Je gaat je hart volgen en doen waarvoor je op aarde bent. Hart vooruit, helm op en dwars door de angst heen! Wauw, wát een reis! Waar het loslaten van angst al moeilijk zo niet onmogelijk was, lijkt het behouden van vertrouwen zowaar nog zwaarder. Er word je verteld dat dit komt doordat de angst zolang in je systeem heeft gezeten en dat het gewoon tijd, kracht en ervaring nodig heeft om diepgeworteld vertrouwen in dat systeem te krijgen. Om dat te realiseren word je verteld dat je mag vertrouwen op en mag vertrouwen in. Vertrouwen op ‘Vertrouwen op’ is gericht op de toekomst en de buitenwereld en is een vorm van ‘rekenen op’. Op dat het goed komt. Op dat ik ga ontvangen wat ik gevraagd heb. Op dat er voldoende cliënten (euro’s) komen. Zowel de buitenwereld als de toekomst bestaan echter alleen bij de gratie van de mind en in het ego. Het ego is echter niet gebaat bij vertrouwen. Deze vorm van vertrouwen is in wezen nog steeds een verkapte zucht naar erkenning en bevestiging dat jij als mens goed genoeg bent. Vervolgens gebeurt er iets in het leven dat jij als positief of fijn labelt en dan ‘groeit’ jouw vertrouwen: “Zie je wel dat ik goed bezig ben!” Vooropgesteld, er is niets mis mee te zien wat je wilt zien en op een bepaald bewustzijnsniveau lijk je vertrouwen dan ook zeker te kunnen halen uit de resultaten of zelfverzonnen progressie die je boekt. Maar de pest is dat dit soort vertrouwen nog steeds flinterdun is, want het is direct weg als je het resultaat niet bereikt of niet lijkt te bereiken. Vertrouwen in Het lijkt vervolgens alsof het leven je hiermee wilt leren dat je - los van buitenwereld of resultaat - mag ‘vertrouwen in’. In jezelf. In dat je goed genoeg bent. In dat je weet. In dat je het juiste doet. In dat jij ertoe doet. Dit vertrouwen kan heel verwarrend zijn. Want waar haal je jouw vertrouwen dan uit? En waar hang je haar aan op? Je zult zien dat je geneigd bent om ook op dit niveau bevestiging te zoeken in resultaat. Innerlijk resultaat. De rust, zekerheid en stevigheid die je (toenemend) in jezelf ervaart zijn zelfverzonnen bevestigingen van jouw nieuwe ‘daad’ van vertrouwen: “Hé, vertrouwen leidt tot meer vertrouwen! Dit voelt fijn, in ieder geval fijner dan angst. Daar wil ik meer van ervaren.” En zo ontstaat een nieuw patroon van verslaving. Een fijne verslaving, maar nog steeds een verslaving. Vertrouwen lijkt daarom iedere keer weer enorm veel kracht, moed en durf van jou te vragen. Soms lijk je het werkelijk uit je kleine teen te moeten halen. “Waarom? Waarom?” vraag je jezelf dan af, terwijl je huilend naar boven kijkt. Vertrouwen was toch een vorm van liefde? Moet liefde moeilijk gaan? Vraagt liefde werkelijk iets van je? Nee toch zeker? Liefde kent toch geen voorwaardelijkheid? Waarom is vertrouwen dan zo moeilijk? Waarom is vertrouwen dan toch zo moeilijk? Omdat je nog steeds gelooft in de illusie. In de droom die jij voor waar aanneemt. Maar wat is de droom dan? De droom is geen wat, de droom is een wie. Jij bent de droom! Als je wat nauwer oplet zie je namelijk dat vertrouwen komt en gaat. Je kunt er gerust op vertrouwen dat vertrouwen verschijnt en verdwijnt. Vertrouwen is net als al het andere - net als jij - gewoon een verschijnsel in het nu. Het lijden begint als je haar juist vast wilt pakken, als jij vertrouwen wilt hebben. Als je inziet dat niets werkelijk van jou is, valt het issue weg. Wat je niet hebt, kun je ook niet verliezen. Vertrouwen is niet iets dat je kunt hebben. Zolang jij gelooft dat jij vertrouwen hebt, ben je nog steeds gevangen in de droom. Maar vertrouwen is ook geen werkwoord: Het is niet iets dat je kunt doen. Alleen het ego gelooft dat hij de Doener is van het hele spel hier op aarde. Als jij dus gelooft dat jij vertrouwen kunt krijgen of ontwikkelen bevind je je in de wereld van tijd en dualiteit. Je leeft dan op het niveau van het egobewustzijn, waarin het ego telkens zichzelf weer een mooie wortel voorhoudt waar het achteraan kan rennen. Jij hoeft niet te groeien. Jij hoeft niets te leren. Jij hoeft niets te ontwikkelen. Jij hoeft niets te bereiken. Wanneer ben je dat gaat geloven? Er is niets mis met het doorzien van angst, net zo dat er niets mis is met het streven naar en opbouwen van vertrouwen. Als dat is wat er gebeurt, dan is dat wat er gebeurt. Het ene is ook niet beter of slechter dan het andere, het ene heeft het andere gewoon nodig om zichzelf te kunnen ervaren. Maar weet: Het doorzien van de angst en de nieuwe hang naar vertrouwen zijn beiden gedragingen van het ego die plaatsvinden in de droom. En het ego, nogmaals, is niet gebaat bij vertrouwen. Op dat niveau kun je vertrouwen dus niet vinden. Waar ligt vertrouwen dan? Vertrouwen ligt op het diepste niveau, in Liefde en Zijn. Vertrouwen IS. Als je vanuit een hoger (dieper) perspectief oplet zie je dat het leven gewoon haar eigen gang gaat, met of zonder jouw vertrouwen. Alles gaat vanzelf. Jij dus ook. Jij bent de droom. Jij hoeft niet te vertrouwen. Jij hoeft het niet te krijgen. Jij hoeft het niet te hebben. En jij kunt het ook nooit kwijtraken. Jij hebt het simpelweg nooit gehad en jij zult het ook nooit krijgen. Simpelweg omdat er niemand is van wie ook maar iets zou kunnen zijn. Jij bent vrijheid en het leven is een geheel verzorgde droomreis door liefde. En liefde vraagt helemaal niets van je. Op een moment, zomaar een moment, hoor je een stem. Een stem in je hoofd. Die stem had je al wel eerder gehoord, maar altijd een beetje op de achtergrond. Maar op dat ene moment hoor je de stem heel duidelijk. De stem vraagt:
Wat is waar? Ja, je loopt hier nu al een tijdje rond op deze planeet en in de loop der tijd heb je werkelijk van alles van iedereen gehoord. En iedereen vertelt een ander verhaal. Maar de verhalen lijken niet te kloppen. Niet meer althans. En het verhaal dat “iedereen natuurlijk zijn of haar eigen waarheid heeft” is ook maar weer een verhaal. Er klopt iets niet aan de verhalen die je al zo lang hoort. Zo af en toe verschijnen er in jouw leven ook ineens berichten van mensen die iets totaal anders lijken te zeggen dan de massa. Berichten die lijken te kloppen, maar geen enkele logica in zich dragen. Het is verwarrend. Wat is waar? Vraagt de stem. In het hoofd. Je zoekt en je zoekt. Je vraagt en je vraagt. Maar je vindt het niet. Alle andere stemmetjes in het hoofd roepen van alles, maar zij weten het ook niet. Fuck. Het is niet te vinden in het hoofd. Het hoofd kent helemaal geen antwoorden! Wat is waar? Je vraagt het aan de stille wijze, maar die glimlacht alleen maar. Irritant. En zo als gaandeweg het niet-weten steeds duidelijker wordt, raakt het stemmetje in het hoofd steeds meer in paniek. Tot een moment dat je jezelf ineens huilend op je knieën aantreft vragend aan God, van wie je nog niet ziet dat je dat zelf bent. Maar ook daar komt geen antwoord. Irritant. En toch. En toch. Zo langzaamaan sterft de ruis weg in de stilte. En dan openen zich de ogen. “Zie ik het nu goed?” Nee, dat kan niet. Zó simpel kan het niet zijn. Toch?” Maar zo simpel is het wel. Er verschijnt een glimlach. En een traan. Van blijdschap. En ook van verdriet. Dat je het zó over het hoofd hebt kunnen zien: Alles is hier. Het hunkeren naar liefde verschijnt en verdwijnt in liefde
Het verlangen naar vrede verschijnt en verdwijnt in vrede Het zoeken naar zichzelf verschijnt en verdwijnt in zichzelf Het wensen naar rust verschijnt en verdwijnt in rust Het streven naar eenheid verschijnt en verdwijnt in eenheid Het antwoorden op vragen verschijnt en verdwijnt in betekenisloosheid Het proberen om stil te zijn verschijnt en verdwijnt in stilte Het proberen iets te veranderen aan zichzelf verschijnt en verdwijnt in zijn ware aard Het zoeken naar vervulling verschijnt en verdwijnt in leegte Het vinden en verliezen van God verschijnt en verdwijnt in God Het Doen verschijnt en verdwijnt in het Zijn Het tijdelijke verschijnt en verdwijnt in het oneindige Het bewegen in de ruimte verschijnt en verschijnt in ruimteloosheid Het verstrijken van de tijd verschijnt en verdwijnt in tijdloosheid Het slapen en ontwaken verschijnt en verdwijnt in de droom Het doorzien van illusies verschijnt en verdwijnt in waarheid Alles verschijnt en verdwijnt in niets. En dan is daar de Liefde
Onverwacht Ongepland Maar zo lang gezocht en nagestreefd De wanhoop nabij Gefrustreerd en verdrietig In pijn van het niet mogen krijgen Van het geloven haar niet waard te zijn Van het vergeten hoe ze was Hoe ze voelde Wie ik ben En ineens dendert ze binnen Als een golf die je overmand Overspoeld Met tranen Van herkenning En herinnering Van mijn ware aard Liefde Zo vlug ze kwam Zo vlug ging ze Verward blijf ik weer achter Wie is toch die energie Die nooit ging En ook nooit kwam? Met een vol hart Ben ik weer zacht Tot de pijn van het ongrijpbare Mij weer komt halen En ik weer wacht Leef Tot zo’n moment dat misschien Nooit meer komt Ooit Weer komt Onverwacht Ongepland In overgave. Ontwaken begint altijd op de kade. Op een dag doe je je ogen open en zie je een oneindige zee voor je, volop in beweging, bruisend en suizend. En jij staat aan de kade. Samen met de rest van de wereld. Te slapen. Je begint je af te vragen waar het leven nu precies is, hier op de kade tussen die miljarden anderen of daar in de woeste zee? Na lang wikken en wegen besluit je toch maar eens in het bootje, dat langs de kade ligt, te stappen. Het schommelt nogal, dus vrijwel direct spring je weer op de veilige kade. Uithijgend ben je verward. Ja, dat bootje was toch wel eng, maar man, wat is het doods hier op de kade! Zo spring je een tijdje in en uit het bootje, totdat je de doodse kade zat bent en je gewoon wilt gaan varen. Een bootje ligt dan wel het veiligst in de haven, maar hij is toch echt gemaakt voor de golven. Je gooit met bibberende knieën de trossen los en vertelt jezelf dat je nu écht alles los wilt laten en wilt gaan varen. En hoewel je jezelf duizend verhaaltjes vertelt, je houdt toch nog steeds écht de kade vast met je hand. Zo heel af en toe laat je je hand los, maar zodra je ook maar een beetje verwijderd raakt van de kade grijp je terug. De hele kade roept dat ook, want je kunt natuurlijk véél beter aan de kade blijven en het is natuurlijk véél te gevaarlijk op de zee. Ja, weten zij veel dat de kader doods is. Het belangrijkste kenmerk van de kade is immers ontkenning. Vreemd genoeg zie je ook paar anderen op de kade staan, die je juist liefdevol en wijs toeknikken, alsof zij het al weten. Je blijft een tijdje loslaten en teruggrijpen totdat je een keer uit het niets wordt meegenomen door een flinke golf. Je bent los! Oh my god, wat ga je hard! Waar is de kade? Waar is een eiland? Of een boei? Help! En nu? En nu? Wie helpt me? Niemand? Anybody there? Je pakt je peddels en probeert uit alle macht koers te zetten en je bootje te sturen. Het is zo vermoeiend en de zee is zo wild en allesbepalend, maar je geeft niet op. Je moet en zal het redden op zee! Kaken en rug gespannen, de handen strak om de peddels houd jij vol. En dan, uit het niets, op een moment van verslapping, als de uitputting zijn tol begint te eisen, raak je een peddel kwijt. Uit alle macht begin je met je andere, overgebleven peddel vooruit te komen om land te vinden, maar je draait alleen maar rondjes. Je komt niet vooruit. Zwaar gefrustreerd smijt je je tweede peddel weg. Direct daarna verschijnt de paniek. Wat heb je gedaan? Je bent nu echt stuurloos, zo midden op de woeste zee. Je dobbert en dobbert maar en naarmate de tijd verstrijkt wordt je steeds moedelozer en hopelozer. Er is geen hoop meer, geen vertrouwen, geen uitzicht. Huilend van verdriet, angst en eenzaamheid zeg je met je laatste woorden gedag tegen alles wat je lief is en springt maar uit je bootje. Wat heeft het nog voor zin? Je bootje drijft weg en jij spartelt in het oneindige water. Je watertrappelt en watertrappelt om je hoofd maar boven water te houden, tot het punt dat je het uiteindelijk opgeeft, je je ogen sluit en je overgeeft aan de oneindige zee. En juist op dát moment verdwijn je niet, maar kom jij tot leven. Helemaal tot leven. Voor het eerst helemaal tot leven. Je bent een met de zee, met de lucht en de vogels. Jij bent alles en alles waarvan je ooit in je diepste dromen gedroomd hebt. Er is alleen maar vrede, vrijheid en vreugde! Jij bent ineens weer op de kade, want er was nooit een zee of een kade. Nee, de zee en de kade waren altijd al één, net zoals jij altijd al één was met de zee, de kade en al die miljarden zogenaamde anderen. Al die anderen vragen zich af wat er met jou is gebeurt, want je bent zo anders. Niet meer te peilen en onnavolgbaar. Jij weet dat jij eindelijk jij bent en niet meer doods bent, maar leeft. Jij leeft! De ene vindt het eng, de ander wilt misschien ook in het bootje stappen en zoekt naar jouw toeknikkende blik. Voor jou is de ene niet beter of mooier dan de ander. Alles is dezelfde oceaan van liefde en eenheid. En life goes on and on and on..
Iedere plek waar je ooit bent geweest
Iedere voorbijganger die jou ooit is gepasseerd Iedere ontmoeting die je ooit hebt gehad Ieder woord dat ooit tegen jou gezegd is Ieder geluid dat je ooit gehoord hebt Ieder beeld dat je ooit gezien hebt Alles wat jou ooit wel en niet is overkomen Iedere gedachte die je ooit hebt gehad Ieder gevoel dat je ooit hebt ervaren Ieder woord dat je ooit hebt uitgesproken Alles wat je ooit hebt gedaan of gelaten Heeft jou geholpen tot wie en waar je nu bent. Je gaat altijd vooruit. Iedere verkeerde afslag Iedere foute keuze Iedere stilstand Iedere stap achteruit Iedere terugval Is vooruitgang. Niets staat jouw groeiproces in de weg. Alles wat gebeurt draagt bij. Alles is zorgvuldig afgewogen en er gebeurt niets waar jij nog niet aan toe bent. Jij krijgt alles op het juiste moment. Jij bent altijd precies wie en waar je kan zijn, moet zijn en ten diepste wil zijn. Alles is onderdeel van het goddelijke plan waar jij deel van uit maakt en dat door jou tot uiting wordt gebracht. Niets gebeurt zonder reden en Alles gebeurt voor jou. Kijk eens naar je hart.
Sluit je ogen en kijk met je innerlijke oog naar je hart. Visualiseer je hart. Waar in jouw borstkas ligt je hart? In het midden of wat naar links? Is het een groot hart of juist een klein hartje? Wisselt hij van grootte? Ligt hij verscholen of is hij zichtbaar? Kijk eens naar je hart. Welke vorm heeft jouw hart? Hartvormig of juist iets anders? En welke kleur of kleuren heeft het? Rood, roze, wit, groen, iets anders? Kijk eens naar je hart. Hoe ziet hij eruit? Is hij dof, bang, beschadigd, verdrietig of juist krachtig, open, stralend? Misschien wel een combinatie van die woorden? Zou je je hart als mannelijk of juist als vrouwelijk omschrijven? Hoe klopt je hart? Hard of zacht? Straf ritmisch of juist ontspannen? Verandert dat naarmate je langer naar hem kijkt? Wat wil je hart? Beschermd worden of juist openstaan? Geven of ontvangen? Of gewoon even alleen maar 'hart zijn'? Blijf zo een tijdje naar je hart kijken. Hoe zou het zijn om uit dat hart te leven? Wat zal het jou brengen? Wat zal het anderen brengen? Kijk net zo vaak en net zo lang naar je hart, totdat je ook naar het hart van de ander kunt kijken, totdat je de ander durft toe te laten ook naar jouw hart te mogen kijken. Het zal jouw bestaan en jullie samenzijn zo verrijken. Op het moment dat jij via jouw moeder op aarde landt wordt je in de hemel geboren als liefde. Je bent verbonden met alles dat leeft. Er is enkel paradijselijke eenheid, waar jij onderdeel van bent, zoals het golfje zowel onderdeel is van de zee als de zee zelf. Deze staat van gelukzaligheid blijft bestaan, tot het moment dat je net als Eva van de appel eet. De parabel van Adam en Eva, die door het eten van de appel door God uit het paradijs worden verdreven, is het verhaal van het ontstaan van jouw zelfbewustzijn. Het zelfbewustzijn is het idee dat jij een uniek, afgescheiden individu bent dat binnen de paradijselijke eenheid, maar wel los van daarvan, eigen keuzes kan maken. De hap van de appel, het IK-idee, zorgt voor dualiteit, keuzevrijheid, doel en richting en helpt je overleven in een omgeving vol mensen die ook van de appel hebben gegeten. Iedereen eet van de appel, alleen het moment is voor iedereen anders. Sommigen eten de appel het moment dat ze hun hoofd laten zien aan de aarde, anderen vaak na een voor hen traumatische gebeurtenis. En inderdaad, het op aarde landen (of wat daarvoor gebeurt) kan die traumatische gebeurtenis zijn. Het leven met het IK-idee maakt het leven vaak ingewikkeld en verdeeld. Ingewikkeld omdat keuzevrijheid, de mogelijkheid tot kiezen, haaks kan staan op de natuurlijke flow van het paradijs. Verdeeld omdat het IK-je zich losmaakt van verbonden eenheid. Het golfje gelooft dat het zelf bepaalt waar het heen drijft en raakt daarmee zee kwijt. Ergens in jouw leven wordt je je - bewust of onbewust - bewust van deze verliespijn door het eten van de appel. Het pad der bewustwording wordt ingezet. Het ‘zoeken’ begint. Je zoekt naar richting, purpose, erkenning, antwoorden, houvast of jezelf. In de kern zoek je naar liefde. En naargelang je je meer en meer bewust wordt van de pijn zal de zoektocht intenser worden. De zoektocht begint altijd bij de oorsprong. Vanuit die oorsprong loop je naar A. Als je het bij A niet kunt vinden, wandel je terug naar de oorsprong en loop je naar B. Als je het ook bij B niet kunt vinden, keer je terug naar de oorsprong en ga je naar C. Zo dool je, steeds wanhopiger, het hele labyrint van het alfabet af, tot je na Z weer bij A terecht komt en je met de realiteit geconfronteerd wordt dat het nergens te vinden is wat je zoekt. Dat moment kan uit het niets ontstaan, na een lange uitputtende zoektocht of wanneer je in aanraking komt met iemand die zijn zoektocht al heeft afgerond en Zelfrealisatie heeft bereikt. In dat moment kom je komt erachter dat je helemaal niet op zoek was: Je was op de vlucht! Je was bang om te vinden. Ergens gaandeweg jouw reis door het alfabet heb je al (her)ontdekt dat je het allang hebt, altijd hebt gehad en ook altijd zal hebben. Maar het zoeken werd een deel van je identiteit, jouw enige reden die je staande en in leven houdt in je wereld. Wat blijft er van je over als je eenmaal vindt wat je zoekt? Als jouw reden van bestaan wegvalt? Als je niet meer hoeft te zoeken? Dan blijft er maar één ding over: dat je moet ZIJN wie je werkelijk bent. Dáár ontmoet je je ware angst: Je bent bang om te vinden waar je je hele leven naar zoekt. Je bent bang om te krijgen waar je naar verlangt. Die paradox verscheurt je: Je bent bang voor liefde. Het golfje is bang voor de zee. Je bent bang dat je haar helemaal niet aan kan. En je gelooft dat jij niet waardig bent om Liefde te ontvangen. Jij kent alleen de liefde van je ouders, en je hebt (jezelf) geleerd dat die niet altijd onvoorwaardelijk was. Dat je niet altijd goed genoeg was. Maar Liefde is onvoorwaardelijk. Wie je bent en wat je ook doet, Liefde houdt van je. En Liefde is ook overal. Het is zo nabij, dat je het gewoon over het hoofd zag. Daarom vond je ook niets: omdat jij maar het alfabet bleef afrennen kon Liefde jou niet te vinden. Liefde dat altijd al geduldig en oordeelloos op jou aan het wachten was. In de oorsprong. Dáár, in de oorsprong, ben je thuis en besef je dat je al die tijd al in de hemel van paradijselijke eenheid als liefde leefde. Jij bent Liefde in vleesgeworden persoon. Via jou ervaart Liefde zichzelf en via Liefde ervaar jij jouw Zelf. Zodra wordt doorzien dat het eten van de appel slechts een parabel is en geen werkelijkheid, wordt het golfje weer gewoon golfje en zee en ontmoeten Liefde en Liefde elkaar in de paradijselijke eenheid van jouw hart. Het eten van de appel is het grootste geschenk dat je jezelf hebt gegeven. Want alleen door het kwijtraken heb je weer kunnen vinden. Dit artikel is op 4 december 2015 geplaatst in het Nieuwetijdskind Magazine: http://www.nieuwetijdskind.com/zoektocht-naar-liefde/
De astrologie en de oude en nieuwe geschriften vertellen ons dat we nu de eerste babystapjes zetten in het tijdperk van de Waterman. Dat is het tijdperk waarin de waarheid aan het licht komt. Het is de waarheid die we allemaal al weten en waar we allemaal naar terugverlangen. Vroeger was die waarheid alleen te benaderen door jarenlang in een oranje gewaad stil op een steen te zitten, maar het wordt - en is - voor gewone mensen zoals jij en ik ook mogelijk de waarheid te kunnen ervaren. En niet meer alleen in een orgasme, meditatie, gebed of in het moment van overlijden, maar ook gewoon in ons 'dagelijks leven', al is het maar in minutieuze flarden. Dat is het “groei” proces waar we allen inzitten. Groei tussen aanhalingstekens, omdat we in wezen niets hoeven te leren. Het is slechts een doorlopend proces van vergeten en her-inneren en vergeten en weer her-inneren. In werkelijkheid gaan we ook niet vooruit (alleen het ego gelooft dat je van A naar B kunt gaan), we gaan naar binnen. We gaan in ons Zelf terug naar wat onze voorvaderen allang wisten. Waar de wijzen, heilige geschriften en godsdiensten altijd al naar verwezen. Terug naar de bron van ons bestaan. Daar ligt de waarheid die iedereen, van de oude volkeren tot de invloedrijke meesters zoals Jezus en Boeddha en meer recent Tolle en Katie, op hun eigen manier en met eigen metaforen en verhalen ons duidelijk wil maken. In vorige tijdperken hadden mensen een religie nodig als houvast voor ons mysterieuze bestaan. Religie doet de belofte van verlossing en bood - en biedt - richtlijnen voor veiligheid, daad en deugd. Het nieuwe tijdperk is interessant, omdat die ons juist uitnodigt om het volledig te vinden in ons Zelf, juist met achterlating van religies of concepten. Die queeste is de route die we nu afleggen. Dat is het ontwakingsproces dat we allen - en ieder voor zich - op onze eigen-wijze manier en in ons eigen tempo doorlopen. Om te komen waar je altijd bent, altijd bent geweest en ook altijd zal zijn. Volgens mij zijn we hier (op aarde) zodat we mogen ervaren wat dat nu precies werkelijk inhoudt en behelst. Ieder in zijn eigen dimensie, diepte en wijdte. De waarheid waar naar verwezen wordt kent vele woorden, zoals bewustzijn, nondualiteit, tao, het Zelf, het Nu, Zijn, het Ene, het Absolute of het Licht, maar in werkelijkheid is het Liefde. En jij weet wie en waar dat is. Je her-innert je dat in die spaarzame eenheidservaringen. Je voelt het als je een boom knuffelt. Je herkent het in die momenten dat de nevel even verdwijnt en je gevuld en vervuld wordt met mildheid en helderheid. En je ziet het in de oneindige diepte in de ogen van je kinderen, in dieren, in planten of gewoon iedere dag om je heen. De waarheid is nabij, ieder moment. Er zijn vele ingangen om tot de waarheid te geraken, de ene is directer dan de andere. Zoek de ingang die jou pakt en graaf. Graaf tot je niet verder komt of op een poortwachter stuit. Als je er dan werkelijk niet zelf uitkomt, zoek dan hulp. We zijn met velen. Je gaat de waarheid ontdekken. De waarheid zal ook bij jou aan het licht komen. En ze is zo eenvoudig dat we het niet opmerken en toch zo groots dat we haar waarschijnlijk nooit volledig kunnen bereiken. Het legt jouw volledige potentieel bloot en verlicht je met jouw perfecte tekortkomingen als mens. Je bent het altijd, maar je kunt het nooit worden. Dát is Het Open Geheim. De waarheid ? Jij bent god. Dit artikel is op 23 oktober 2015 geplaatst op het Online Magazine Nieuwetijdskind: http://www.nieuwetijdskind.com/de-waarheid-over-wie-jij-bent/
|
Archives
April 2016
Categorieën
Alles
|